Boetes auto van de zaak

Verkeersboetes mogen niet belastingvrij worden vergoed. Wordt de boete wel vergoed, dan moet de vergoeding als belast loon worden aangemerkt. Wordt de boete aan de werkgever opgelegd, dan kan de werkgever de eindheffingsregeling toepassen. Gevolg hiervan is dat de loonheffing drukt op de werkgever en niet op de werknemer. Als de werkgever de loonheffing kan verhalen, is het toepassen van deze regeling niet toegestaan.

Hiervoor geldt een uitzondering als de werknemer kan aantonen dat het niet vergoeden in strijd zou zijn met "goed werkgeverschap". Dit is bijvoorbeeld het geval als u zulke hoge eisen (werkdruk, tijdplanning) aan uw werknemer stelt, dat een boete onvermijdelijk is. Dit geldt ook voor parkeerboetes en boetes voor mobiel bellen.

Een verkeersboete kan niet ten laste van de winst van de onderneming of B.V. worden gebracht.

De Hoge Raad heeft bevestigd dat de eindheffing mag worden toegepast als de boete aan de werkgever wordt opgelegd, dit volgt uit Hoge Raad 21 maart 2001. Deze uitspraak is wellicht ingehaald door een uitspraak van de Hoge Raad 13 juni 2008, hierbij kon de werkgever de loonheffing op de werknemer verhalen.

Als een ondernemer of DGA door een verkeersdelict de rijbevoegdheid is ontzegd, zijn de kosten van een chauffeur in beginsel aftrekbaar van de winst, dit is nog eens bepaald in een uitspraak van het Gerechtshof in Amsterdam op 19 april 1994 (rolnummer 92/5303).

De vraag is of de aftrekbeperking (van de winst) en mogelijkheden voor het vergoeden van een boete ook gelden voor buitenlandse boetes, de algemene mening hierover is dat deze boetes niet onder deze bepaling vallen en gewoon aftrekbaar zijn.