Nieuw besluit inzake afschrijvingen 2010
De minister van Financiën heeft in maart 2010 een nieuw besluit over afschrijvingen op bedrijfsmiddelen bekendgemaakt.
In dit besluit wordt over de volgende onderdelen een standpunt ingenomen:
- verhuurde personeelswoningen;
- immateriële activa;
- gebouwen;
- onderhanden werk;
- berekening maximale afschrijving.
Maximale afschrijving
Jaarlijkse afschrijving is soms maximaal, een overzicht:
- goodwill 10% van de aanschafwaarde;
- overige bedrijfsmiddelen 20% van de aanschafwaarde / voortbrengwaarde.
Voorbeeld
U koopt een auto voor € 20.000. De restwaarde bedraagt € 5.000. De gebruiksduur 3 jaar. Jaarlijkse afschrijving is dan commercieel € 5.000 ((20.000 – 5.000) / 3). Fiscaal mag maximaal € 4.000 (20% × 20.000) worden afgeschreven. Restant (€ 3.000) mag in het vierde jaar worden afgeschreven.
Onderhanden werk
Onderhanden werk wordt sinds 2007 gewaardeerd op het gedeelte van de overeengekomen vergoeding dat aan dat onderhanden werk is toe te rekenen. Plicht om te activeren heeft betrekking op de vergoeding voor het aangenomen werk en niet voor gemaakte kosten. De kosten ziet u dan in dit jaar in de verlies- en winstrekening terug.
Afschrijving gebouwen
Er gelden beperkingen voor de afschrijving op gebouwen:
- Afschrijven is slechts mogelijk indien de boekwaarde hoger is dan een bepaald percentage van de WOZ-waarden (bodemwaarde).
- Bepalingen gelden ook voor de economische eigenaar.
- Sommige WOZ-waarden moeten worden gesplitst over de verschillende gebouwen.
Deze wijzigingen worden toegelicht in het besluit van het ministerie van financien dat in maart 2010 bekend is gemaakt. U kunt dit besluit hier raadplegen