Echtscheiding en VOF of maatschap
Als een onderneming door beide partners wordt gedreven, kunnen er bij een echtscheiding grote problemen ontstaan.
Gemeenschap van goederen, scheiding en ondernemer
Als u in gemeenschap van goederen gehuwd bent en u en uw partner runnen beiden de onderneming (of u hebt een eenmanszaak), dan komt er een aantal zaken aan de orde waar u rekening mee moet houden:
- Zijn er afspraken over wie de onderneming mag voortzetten bij een scheiding?
- Zijn er afspraken over de wijze waarop de waarde van de onderneming moet worden bepaald?
- De onderneming wordt bij een echtscheiding voor 50% gestaakt, er hoeft fiscaal niet te worden afgerekend (artikel 3:59 IB) als de onderneming wordt voortgezet. De fiscale claim wordt doorgeschoven naar de partner die de onderneming voortzet. Bij de afrekening van de huwelijksgemeenschap moet wel rekening worden gehouden met een belastinglatentie, dit moet worden verwerkt als een schuld.
- De vertrekkende partner moet wel afrekenen over de stand van de fiscale oudedagsreserve (FOR).
Contactpersoon
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met de heer mr. Dennis J.B. Jongbloed. De heer Jongbloed adviseert regelmatig ondernemers, notarissen en advocaten over deze materie.
Problemen onderneming bij echtscheiding
Echtscheiding kan een risico inhouden voor het voortbestaan en de continuïteit van de onderneming. Als de echtelieden in gemeenschap van goederen getrouwd zijn of op huwelijkse voorwaarden waarbij het verrrekenbeding niet correct is nageleefd, zal dit probleem zich voordoen. Bij een goed draaiende onderneming kunt u naar de bank, in andere gevallen wordt dit lastig en komt uw bedrijf in de problemen. Met het oog op dit risico kan worden overwogen om tijdens het huwelijk hierover afspraken te maken, bijvoorbeeld via een finaal verrekenbeding. Eventueel kan ook worden gewerkt met een meewaardeclausule, stem dit af met een fiscaal jurist.
Voorbeeld
Man en vrouw hebben een winkel met bedrijfspand. De commerciële waarde is € 2 miljoen en de fiscale waarde (balans) € 1 miljoen. De stille reserves bedragen dus € 1 miljoen euro, hierover is in de toekomst € 500.000 belastingen verschuldigd. De waarde van de onderneming is derhalve € 2 miljoen -/- € 500.000 = € 1.500.000. De vertrekkende partner heeft recht op 50% hiervan, zijnde € 750.000. De berekening van de latentie (welk percentage) kan tot discussie aanleiding geven.
Onderneming is grootste vermogensbestanddeel
Als de onderneming het enige of grootste vermogensbestanddeel is, krijgt u een schuld aan uw ex-partner. Bij een eenmanszaak behoort deze schuld volgens de rechter tot uw privévermogen (Hoge Raad 4 mei 1966 rolnummer 15.572). Dit zal betekenen dat de rente die u aan uw ex moet betalen niet aftrekbaar is (box 3). Als u beiden ondernemer was, is het pleitbaar dat de schuld als ondernemingsschuld wordt aangemerkt. Hiermee is de rente wel aftrekbaar. Laat u zich hierover adviseren, het is pleitbaar dat bij de uitkoop uit een eenmanszaak, VOF of maatschap een schuld ontstaat waarvan de rente aftrekbaar is. Dit moet u dan baseren op de totstandkoming van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001.
In beide gevallen kan de partner weigeren om met de vordering akkoord te gaan, hopelijk is het VOF- / maatschapscontract voldoende duidelijk hierover. De partner is voor de betaling van de vordering afhankelijk van het succes van de onderneming. Wordt dit niks, dan is uw ex-partner zijn / haar geld kwijt.
Desinvesteringsbijtelling en echtscheiding
Als de vertrekkende partner zaken uit de VOF of maatschap meeneemt, dan is dit een desinvestering. Er hoeft echter - bij een echtscheiding - geen desinvesteringsbijtelling te worden betaald.
Juridische kosten
De kosten bij een procedure kunnen aardig oplopen. De alimentatie moet worden bepaald en de waarde van de onderneming moet worden berekend. Daarnaast moet het privévermogen worden verdeeld. De juridische kosten zijn in principe niet aftrekbaar, hierop bestaat een tweetal belangrijke uitzonderingen:
- Alimentatie ontvanger: de kosten voor juridische advisering (advocaat, fiscaal jurist) zijn voor de ontvanger van alimentatie aftrekbaar, mits de kosten zien op het vaststellen van de alimentatie.
- Onderneming: de kosten die rechtstreeks verband houden met de staking / splitsing van de onderneming en de echtscheiding zijn als ondernemingskosten aftrekbaar.